In de omgevingsvisie leggen het ministerie, Provinciale Staten en de gemeenteraad hun ambities en beleidsdoelen voor de fysieke leefomgeving vast voor de lange termijn. Ook de gemeente ’s-Hertogenbosch stelt één omgevingsvisie voor het hele grondgebied vast. De gemeente moet zich nu zelf aan deze visie houden!

De Bossche visie gaat over de inhoud en hoe de visie tot stand gekomen is. Participatie is daarbij voor de gemeente belangrijk. Maar dat wordt niet ècht bevorderd door zo’n dik rapport waarin alle ontwikkellijnen (en daarbinnen nog eens doelen en hoofdopgaves) worden geprojecteerd op vervolgens 4 gebiedssoorten. Zo ontstaan heel veel tekst-dubbelingen.

Op hoofdlijnen heeft de gemeente een goed verhaal opgeschreven waar de Fietsersbond afdeling ‘s-Hertogenbosch zich goed in kan vinden.

Een aantal kanttekeningen:

1. Er ontbreekt een scherpere formulering van de problemen (uitdagingen) die op ons afkomen: klimaatverandering, opgaves omtrent natuur en water, energietransitie en meer in het algemeen de strijd om ruimte.
2. Ook ontbreekt een visie op wat we niet meer gaan doen… zoals geen capaciteitsuitbreiding van het (auto)wegennet (uit “Verstedelijkingsstrategie”, maart 2022).
3. We missen ook de relatie met de Brabantse Omgevingsvisie (“Kwaliteit van Brabant”) terwijl onze stad toch in Noord-Brabant ligt….

Aanvullend een aantal opmerkingen:

• bij “Groots Vergroenen” en “welvarend welzijn” moet de bereikbaarheid en doorkruis-baarheid van groen/blauwe gebieden voor fietsers en wandelaars nadrukkelijker worden benoemd.
• Ook vermeld mag worden dat middels (beperkend) auto-parkeerbeleid sturing richting fietsen en wandelen nodig is.
• In z’n algemeenheid geldt dat formulering van richtinggevende keuzes niet alleen betekent wat je wèl gaat doen, maar ook wat je niet (meer) gaat doen. Alleen alternatieven bieden (pag. 89) is niet voldoende want dat brengt mensen nog niet (letterlijk) in beweging.

• Bij “welvarend welzijn”, zorg- en beweeglandschap (blz. 84) moet ook de rol van aantrekkelijke fiets- en loopnetwerken worden benoemd. Dat is immers ook bewegen, zoals wèl benoemd op pag. 89. Dit sluit ook aan bij het provinciaal beleid (Beleidskader Gezondheid).
• Bij dit punt moet ook een veel aantrekkelijkere inrichting worden benoemd: benoem bv. in het buitengebied de aanleg van (meer) houtwallen en groen(boom)stroken. Dat maakt de beleving van een route als 1629 ook veel groter.
• bij “Welvarend Welzijn” en “Vorstelijk Verbinden” lijkt vergeten dat fietsen (en wandelen) sociale interactie mogelijk maakt (en niet alleen vanuit de lagere snelheid, blz. 91).

Het “open karakter” is daarom òòk reden deze mobiliteit (beter) te faciliteren. Ook past deze interactie in het “circus Jeroen Bosch, blz. 35 bij ‘ontmoeten’).

Voor de Fietsersbond is de ontwikkellijn “vorstelijk verbinden” zeer relevant.

• De rol voor fietsen en lopen betreft niet alleen het hoogstedelijk gebied (blz. 89); bedoeld wordt de brede binnenstad ? maar is ook in stedelijke en landschappelijke wijken essentiëel.
• Bij fietsen zouden we ook willen benoemen dat “in de keten” stallen (zowel thuis als bij de bestemming) van belang is, daarbij onderscheid makend naar kort- en lang stallen.
• In z’n algemeenheid mag in de visie niet ontbreken dat handhaving ook noodzakelijk is; niet als sluitstuk maar integraal meegenomen.

• In het stuk lijken OV en fiets ‘gelijk’ te worden behandeld (blz. 90 en 93). Echter, als je daadwerkelijk een modal-shift richting fiets (en lopen) wilt bereiken, dan heeft de fiets een veel groter oplossend vermogen dan het OV. Het OV kent grote jaarlijkse exploitatietekorten en een verdubbeling van het OV dus helemaal.

Terwijl een verdubbeling van het fietsverkeer veel meer zoden aan de dijk zet, en ook nog eens een directe deur-tot-deur verbinding biedt. En we hebben toch bijna allemaal een fiets tot onze beschikking….

Het is helaas zeker nog niet zo dat stedelijke voorzieningen en grote groengebieden nu al binnen 15 minuten fietsen bereikbaar zijn. Hier ligt nog een grote opgave.

Toevoeging bij fiets- en wandelnetwerken (pag. 94): deze kunnen veel aantrekkelijker (groener) worden ingericht. Een eerste aandachtspunt is hierbij de vergrijzing: fietsnetwerken moeten ruimer en veiliger worden ingericht (ook onderdeel van “bouwen aan generaties”, blz. 61 e.v.). Een ander aandachtspunt is dat met name fietsnetwerken ontvlecht moeten zijn van auto- en OV-netwerken.

Onze zienswijze is geregistreerd onder nr. 079617579847.